Uitleg 'Lees verder als je meer wil weten' komt voor Nederlanders wat informeler over dan 'Lees verder als je meer wilt weten.' In België zijn je wil en je wilt gelijkwaardig. In de spreektaal komt je/jij wil (zonder t) vaak voor, net als in privéberichtjes en andere informele teksten.
Hij wil Willen lijkt een regelmatig werkwoord, maar dat is het niet. Want in de derde persoon enkelvoud gaat de regel stam+t niet op. Oftewel, wanneer je het over hij of zij hebt, of over Jan of Truus, komt er dus geen -t bij.
Het is juist dat hij wil het ene werkwoord is, ook al komt het vaak voor dat hij wilt. Leer de regel stam + t, de achtergrond en de voorbeelden van de derde persoon met wil.
Is het nu hij wil of hij wilt? Speciaal voor iedereen die dit, net als ik, lastig vindt, deze uitlegvideo! Daarin geef ik je hét antwoord op deze vraag én ee
het wil / het wilt* Correct is het wil, zonder -t. Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen - t: het wil, wil het. De vorm het wilt* (of wilt het*) is niet correct.
grammatica, werkwoorden Taaltip: hij wilt of hij wil? Het is een bekend twijfelgeval: is het nou hij wilt of hij wil? Waar komt die twijfel eigenlijk vandaan? Hij wil is de enige juiste vorm. Willen is een onregelmatig werkwoord, waarvan de hij/zij-vorm zonder - t is. Verreweg de meeste werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd regelmatig.
willen: hij wil / hij wilt*. Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen - t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt
ik wil - ja chcę. jij/je wilt - ty chcesz (Wil jij?) hij wil - on chce. zij/ze wil - ona chce. u wilt - Pan/Pani chce. wij willen - my chcemy. jullie willen - wy chcecie. zij/ze willen - oni one chcą. u wilt - Państwo chcą.
Voorbeeld: Reguliere werkwoorden Ik doe, zij doet Ik loop, zij loopt Ik vraag, zij vraagt Bij de werkwoorden willen, mogen, kunnen en zullen is de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het) hetzelfde als de eerste persoon enkelvoud (ik). De tweede vorm enkelvoud mag met t (jij wilt) of zonder t (jij wil), maar de vorm zonder t is informeler.
. 9y61mp12od.pages.dev/9359y61mp12od.pages.dev/7939y61mp12od.pages.dev/4039y61mp12od.pages.dev/6229y61mp12od.pages.dev/4689y61mp12od.pages.dev/2089y61mp12od.pages.dev/8049y61mp12od.pages.dev/2229y61mp12od.pages.dev/2919y61mp12od.pages.dev/2089y61mp12od.pages.dev/1229y61mp12od.pages.dev/5429y61mp12od.pages.dev/9369y61mp12od.pages.dev/9279y61mp12od.pages.dev/330
hij wilt of hij wil